In de supermarkt liggen de paaseitjes alweer in de schappen te lonken. Ze zijn daar hun tijd ver vooruit, zo lijkt het. Of het een teken is van groot geloof waag ik echter te betwijfelen. Of het moet geloof zijn in onze vierentwintig-uurs-economie. De afgod van onze tijd. Die van consumeren tot we er – soms letterlijk – bij neervallen.
Voor wie het niet mocht weten: vóórdat we Pasen vieren leven we eerst – een oeroude kerkelijke traditie – veertig dagen met de voet op het rempedaal. Kortom: welkom in de veertigdagentijd!
Op 5 maart – Aswoensdag – is die veertigdagentijd begonnen. De veertigdagentijd is een tijd van bezinning en verstilling. Van inkeer en – als het goed is – enige soberheid. Een tijd ook van wat meer aandacht dan anders nog voor mensen in nood. En die zijn er genoeg. Ook in ons eigen welvarende Nederland. Laten we ook hen in deze dagen niet vergeten.

De veertigdagentijd staat ook bekend als vastentijd. Veel christenen (maar niet alleen zij) vasten gedurende die tijd op de een of andere wijze: minder of geen alcohol en vlees, geen tussendoortjes en (een heel lastige voor de meesten van ons) even weg van alle social media – om maar enkele voorbeelden te geven. En het geld dat men daarmee weer bespaart, gaat dan vaak naar een of ander goed doel. Waarbij je dan ontdekt dat je er zelf geen boterham minder om eet...
Vasten heeft iets van een training. Van een duurloop. Net zoals je in de sportschool het jezelf kunstmatig een beetje lastig maakt, om zo je spieren te ontwikkelingen en je conditie te verbeteren. Zo is vasten een methode om jezelf geestelijk een beetje onder druk te zetten – om zo je geestelijke conditie te verbeteren. Bij vasten gaat het dus niet om spierkracht, maar om wilskracht. Door jezelf (meestal iets kleins) te ontzeggen train je je vermogen om door te zetten als het wat lastig wordt – en wat vaker 'nee' te zeggen.
Tijdens de veertigdagentijd maken we heel bewust pas op de plaats. Kiezen we voor momenten van rust en stilte. Het is een tijd van inkeer, bekering, ommekeer. We kijken in de spiegel die het Evangelie ons voorhoudt – en worden ons zo bewust van (ook) onze schaduwzijden – van de kronkelwegen die we soms gaan. Dat kan leiden tot het verlangen ons leven te her-ordenen, dat wil zeggen: opnieuw af te stemmen op de boodschap van het Evangelie, die een leidraad ten leven is.
In de veertigdagentijd worden we uitgenodigd, onszelf af te vragen wat er werkelijk toe doet in het leven. Of ik beantwoord aan Gods roepstem. Of ik mijn talenten ten volle en op de juiste wijze gebruik? Doe ik waartoe ik geroepen word? Door Hem die in het boek Genesis de mens ter verantwoording roept met de woorden: 'Mens, waar ben je..?'

Carlo Acutis (1991-2006)
Doe je waartoe je geroepen bent? Waartoe JIJ geroepen bent? Of loop je gedachteloos in en met de grote meute mee? Het doet me denken aan woorden van de Italiaanse Carlo Acutis, een Italiaanse jongen – in 2006 op vijftienjarige leeftijd gestorven aan leukemie, en door paus Franciscus zaligverklaard in 2020: 'Iedereen wordt geboren als een origineel, maar veel mensen sterven als fotokopieën. Laat dat niet met jou gebeuren!' Toch iets om over na te denken, denk ik dan.
Gelukkig ben je – hoe vaak klinkt dat niet door in Jezus' woorden? – als je oog hebt voor wat werkelijk van belang is. Voor wat eeuwigheidswaarde heeft. Voor wat echt ten leven leidt. Dat deze veertigdagentijd ons moge inspireren om nieuwe, andere wegen te gaan. Méns, echt méns te zijn. In het spoor van Jezus. Door de woestijn van onze eigen tijd heen.
Veertig dagen op weg naar Pasen. We krijgen de tijd. Laten we die tijd dan ook némen.
Een goede en vruchtbare veertigdagentijd gewenst.
Pastor Ruud Roefs