'Eeuwig leven' of 'leven tot in eeuwigheid' beperkt zich in de Schrift niet tot datgene wat doorgaans wordt aangeduid als een 'leven na de dood'. Dat kan het zijn, zeker – maar het is meer dan dat alléén. 'Eeuwig leven' staat in de Schrift eerst en vooral voor kwaliteit van leven. Dat wil zeggen: een leven in en met God. Na de dood – maar ook al voor de dood. Dit heeft te maken met het verlangen dat de contouren van wat het 'Rijk van God' genoemd wordt – hier en nu reeds (het joodse geloof is bijzonder 'aards' van karakter!) – aan het licht mogen komen. Hier en nu reeds. En wel (mede) door toedoen van mensen die – beperkt als zij zijn mogen – God handen en voeten trachten te geven. Mensen die tot in de laatste vezel van hun lijf hunkeren naar vrede en gerechtigheid – naar een wereld waarin ruimte is voor velen, zo niet allen – de kleinsten en zwaksten voorop. Kortom, een wereld die zo dóór en dóór menselijk is, dat zij goddelijke trekken krijgt. Niet voor niets bidt Jezus: '...Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.'

Een hemel op aarde. Als ik het nieuws volg – op TV, op internet of in de krant, dan lijkt die hemel op aarde vandaag de dag verder weg dan ooit. Een wensdroom. Meer nog: een illusie. Oorlog en terreur spatten van het beeldscherm af. Staan we op de drempel van een Derde Wereldoorlog – zo vraag je je in een pessimistische bui af, of is deze feitelijk al begonnen? Tot voor kort leken de conflicten in het Nabije en Midden-Oosten en in Oekraïne – want daarover ging het hoofdzakelijk – nog een 'redelijk-ver-van-mijn-bed-show'. Maar door het toenemend aantal brandhaarden wereldwijd -- en oog in oog met de praktisch onbeheersbare vluchtelingenstromen die op gang zijn gekomen – hoe wanhopig moet je zijn om je eigen land en familie te verlaten ..? – , kunnen we niet langer doen alsof er niets aan de hand is. Dit conflict ráákt ons. We maken er deel van uit. En we hebben een keuze te maken. Of we willen of niet.

Wat dit betreft zet het Johannes-evangelie ons op een duidelijk spoor. Waar Jezus zegt: 'In het huis van mijn Vader zijn veel kamers...' (Johannes 14, 2) klinkt tevens de vraag door hoeveel kamers er in mijn huis zijn – hoeveel ruimte ik ter beschikking stel aan mijn naaste. Mijn naaste, je weet wel: de mens van wie Jezus zegt: 'Wat je voor de minsten der mijnen hebt gedaan, dat heb je voor mij gedaan...' (Matteüs 25, 40). Maar het omgekeerde geldt evenzeer: 'Wat je niet voor hen hebt gedaan, dat heb je ook niet voor mij gedaan...' (Matteüs 25, 45)

Wie zich 'christen' wenst te noemen, kan niet aan de zijlijn blijven staan – om het werk aan anderen over te laten, laat staan dat hij zich, om welke reden ook, meent te kunnen scharen aan de kant van hen die elke vluchteling er één te veel vinden: 'Vol is vol...' Hoeveel ruimte gunnen we een ander, hoeveel kamers stellen wij ter beschikking – in onze stad, in ons dorp, in ons huis, maar vooral: in ons hart?

Zijn en doen als God, dat is en blijft onder alle omstandigheden onze opdracht. Zijn en doen als God. De God die genoemd wordt: JaHWeH – een naam die zoveel betekent als: 'Ik zal er zijn voor jou'. Een naam dus die een belofte inhoudt, maar tevens een opdracht: 'Ik zal er zijn voor jou – maar wees jij er voor je naaste. Je naaste die is als jij...'

We worden vandaag de dag geconfronteerd met politieke, culturele, klimatologische en religieuze verschuivingen van historische proporties. Waarvan we de effecten nu nog niet kunnen overzien. Waarbij we niet moeten doen alsof er niets aan de hand is. Er zijn problemen, en die zijn gigantisch. Maar – zo zouden we ons toch kunnen afvragen, voor wie zijn deze het grootst? Voor ons, hier in het toch nog altijd rijke Westen, of voor hen die – na hun land en familie te hebben achtergelaten – maar moeten hópen op de barmhartigheid van hen bij wie zij aankloppen... Er wordt gesproken over een vluchtelingenprobleem en een vluchtelingencrisis, niet ten onrechte - maar het enige dat er uiteindelijk echt toe doet – zo lees ik toch in de Schrift – is het gelaat, zijn de ogen van die ene mens die ons aanziet en in wie God zelf een beroep op ons doet. De Vader tot wie Jezus bidt (en tot wie ook wij bidden): 'Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel...'

Een klein stukje hemel op aarde. Pasen hier en nu. Ik wens het u van harte toe.

Pastor Ruud Roefs