Het ware leven of het hiernamaals: Carpe Diem of Memento Mori

Door: Roman Gruijters

'Uit stof zijt gij geboren; tot stof zult gij wederkeren.' Als de pastoor of pastor deze woorden uitspreekt, is het doodstil in de kerk. Vrome katholieken staren naar de grond en bezinnen zich op de vluchtigheid van het bestaan. Wat daar gezegd wordt, is waar, daar kan zelfs de meest verstokte atheïst niet aan twijfelen. We moeten er allemaal aan geloven, er is geen ontkomen aan: als stof zijn we begonnen, als stof zullen we eindigen.

Het geldt over het algemeen niet als een opwekkend vooruitzicht. Velen troosten zich dan ook met de gedachte, dat het einde misschien wel onvermijdelijk is, maar toch niet definitief. Na dit leven komt er een ander, verzekeren wij onszelf, en dat duurt eeuwig en oneindig. Dat we van het oneindige weinig meer weten dan dat het aanleiding kan geven tot eindeloze bespiegelingen, deert ons niet. De hemel is er voor de ziel, het verstand heeft zich er buiten te houden.

Het ligt ook voor de hand het geloof in een voortbestaan na de dood te verklaren als een compensatie voor de vluchtigheid van dit bestaan. Een troost voor een leven dat vol zit van verdriet, onrecht en tegenslagen. Een aards bestaan waarin bij de grootste altruïst al op jonge leeftijd terminale kanker wordt geconstateerd en de frauduleuze belastingontduiker, die elke dag sigaren rookt en whisky drinkt, zonder noemenswaardige gezondheidsklachten de 100 haalt, dankzij de beste zorg natuurlijk.

Vanitas, 1630, Pieter Claesz. Thema: Memento mori is een Latijnse zin die traditioneel wordt vertaald als Gedenk te sterven of Denk eraan te [moeten] sterven.

Niet voor niets vulde de dichter Clifford Geertz (Mattheüs 5, 45) - Want dan zijn jullie kinderen van jullie hemelse Vader. Want Hij laat zijn zon schijnen op goede mensen en op slechte mensen. Ook laat Hij het regenen op goede mensen en op slechte mensen - aan met de volgende zinnen:

The rain falls on the just
And on the unjust fella;
But mainly upon the just,
Because the unjust has the just's umbrella.

Natuurgeweld, oorlog en hongersnood; epidemieën, milieurampen en verkeersongelukken. Het valt voor gelovigen niet altijd mee om daar de hand van een God in te zien. Het leed van nu zal ooit – lees: in het hiernamaals - vergolden worden, zeggen dan ook de meesten. Deze opvatting is door de eeuwen heen vooral populair geweest onder de maatschappelijke verschoppelingen. Niet voor niets werd in de dertiende eeuw het feest van Allerzielen ingevoerd. Het was een tijd van epidemieën, hongersnood, grote kindersterfte, onderdrukking en vooral ook oorlogsgeweld. Toen in de 14e eeuw ook nog eens tweederde van de bevolking stierf door de Zwarte Dood, werd de behoefte om te bidden voor de zielen van de overledenen enkel maar groter. Immers, in die tijd dacht men dat al die tegenspoed en rampen een bepaalde reden moesten hebben. Allerzielen was in die tijd dan ook een dag om speciaal te bidden voor alle zielen die nog niet in de hemel zijn, namelijk in het vagevuur.

Voltaire en levenslust
Dat gold niet voor Voltaire (1694-1778). Die zette een streep door het geloof dat het universum op redelijke wijze bestuurd wordt door een Bovenmeester, die met strenge hand de orde bewaakt. God was in zijn visie een horlogemaker die de wereld in gang had gezet en zich daarna niet meer met de aarde bemoeide. Dit leven staat, volgens hem, daarom niet in dienst van het leven na de dood, zoals door de Kerk werd verkondigd, maar in het teken van carpe diem.

De filosoof Voltaire is eigenlijk een 18e-eeuwse optimist, die vindt dat de mens vooral zelf op zoek moet gaan naar de zin en betekenis van het leven. Dit was vernieuwend in een tijd dat mensen vooral bezig waren met het leven van na de dood. Voltaire, daarentegen, wil de wereld begrijpen; hij spoort de mens aan om zijn talenten te ontplooien en om iets te doen aan de misstanden in de samenleving. Zelf valt hij de sociale omstandigheden van zijn tijd aan, die zichtbaar werden in het kolonialisme, het absolutisme, oorlogsverheerlijking, de slavernij, de Kerk als machtsinstituut en hebzucht.

De horlogemaker

'Waar zijn zij, die vóór ons in deze wereld geleefd hebben?', vroegen de geestelijken zich juist af, en ze drukten daarmee hun geringschatting uit voor dit bestaan, dat ieder ogenblik abrupt kan aflopen door het onverhoedse ingrijpen van 'die doot, die niemant en spaert' (Elckerlijc). Terwijl, zo vermoed ik, Voltaire meewarig het hoofd schudde, zei hij als reactie op deze overtuiging: 'De vliegen zijn geboren om te worden opgegeten door de spinnen, en de mensen om te worden verslonden door het verdriet. De ziel is geketend door de angst voor de dood en ook het leven.'

Ik vermoed dat Voltaire's houding misschien wel meer Evangelisch is dan die van de devote mannen en vrouwen die zich afkeerden van de wereld en gedreven werden door een doodsdrift, een verlangen naar het Hiernamaals.

De overwinning van het leven op de dood
Het evangelie van Jezus Christus is namelijk niet bestemd voor de doden, maar voor de levenden. Jezus van Nazareth riep ons immers op om ons te bekommeren om mensen in nood, zieken, achtergestelden, zij die er niet toe doen in het hier en nu. Zelf was Hij vooral een mens voor anderen. De liefde die Hij van Zijn Hemelse Vader ontving, gaf Jezus door aan ons, zijn broeders en zusters. Het ging Hem er niet om een plekje in het Hiernamaals veilig te stellen. Jezus zegt dan ook dat we ons geen zorgen moeten maken om wat komen gaat als ons geloof maar groot genoeg is.

Bestaan voor anderen is de essentie van zijn leven en sterven. Op die manier wordt de liefde van God voor de mensen iets heel persoonlijks. Daarom is er ook reden om vreugdevol te zijn, want de dood heeft niet het laatste woord. God leverde Zijn geliefde Zoon, die Zijn leven voor ons heeft gegeven, niet aan de dood over. Het leven en de dood van Jezus werd namelijk een vraag waarop enkel God kon antwoorden. Tenzij Jezus gefaald zou hebben, kon dit antwoord enkel een nieuw tijdperk inhouden dat reeds in schemertoestand doorbrak in zijn dood. Zijn leerlingen getuigden dat Jezus en Zijn boodschap nog springlevend waren. Dit wordt bedoeld met het geloof dat Jezus is opgestaan uit de dood. In en door de verrijzenis van Jezus accepteerde God ook Jezus' bestaan voor anderen, voor de wereld en voor ons. In en door Jezus is Gods liefde nu bestemd voor alle mensen. Dit is de vreugdevolle boodschap van het Evangelie, die meer te maken heeft met gelukkig zijn door dit hoopvolle geloof dat wij delen in Jezus' verrijzenis dan met memento mori of een verlangen naar de dood.

En hoe liep het af met Voltaire..?
Voltaire overleed zelf op 30 mei 1778. Volgens de overlevering werd de Franse filosoof kort voor zijn dood bezocht door een priester. Toen die hem vroeg de duivel af te zweren, schijnt hij gezegd te hebben met een 'knipoog': "Dit is niet het moment om vijanden te maken!"